Projectresultaten worden beter met een projectmanager die zijn of haar mannetje staat. Zo nu en dan krijg ik dan ook de vraag wat een goede projectmanager kenmerkt.
Het antwoord op die vraag is verdraaid moeilijk te formuleren. Om toch antwoord te kunnen geven vertel ik dan liever wat de minder goede projectmanager eigen is. Dat geeft niet een volledig antwoord op de vraag, maar het helpt wel degelijk in het selectie- en keuzeproces.
Dit zijn drie eigenschappen die projectmanagers niet of nauwelijks moeten hebben:
Pessimisme
Projectmanagers die zelf niet geloven in het project en de doelstellingen, verliezen de drive om de hobbels die in elk project nu eenmaal om iedere hoek verborgen liggen actief te nemen. Als je er zelf niet in gelooft kun je dat moeilijk verbergen voor je projectleden.
Vroeg of laat wordt duidelijk dat de leider het niet meer ziet zitten. Vooral wanneer het moeilijk wordt. Met grote gevolgen voor de inzet en motivatie van de overige projectleden.
Vermijd pessimisten bij het zoeken naar geschikte projectleiders.
Weifelen
Soms gaat een probleem vanzelf over. Meestal niet. Dingen op zijn beloop laten is vaak onverstandig in een projectsituatie. Snel ingrijpen en bijsturen is handiger. Dat gedrag is bij mensen gemakkelijk waarneembaar. Ook in reguliere werksituaties.
Uitstellers, twijfelaars en mensen die liever lui dan moe zijn hebben het moeilijk als projectmanager.
Ja-knikken
Ieder project is onderhevig aan belangen die het project niet zouden moeten beïnvloeden. Persoonlijke voorkeuren van stakeholders, leveranciers, collega’s of hogere bedrijfspolitiek, verborgen agenda’s of afgunst en jaloezie, enz.
Ja-knikkers worden al snel een speelbal in dit geweld. Het gaat er juist om de projectkoers vast te houden en deze klippen te vermijden.